''Vriendschap voor Breyten''. Schilderijen in De Doelen (1977)

  • 0

Yves T'Sjoen

In korte notities op LitNet wees ik eerder op het rijke Adriaan van Dis-archief met documenten betreffende Breyten Breytenbach. Geregeld bezoek ik de studiezaal van het Literatuurmuseum in Den Haag om er te grasduinen in archiefdozen. Altijd weer mag ik een interessante casus verkennen die is gedocumenteerd met krantenknipsels, gelegenheidspublicaties en handgeschreven aantekeningen van Adriaan van Dis. De expositie ‘Amitié à Breyten’ in Rotterdam, in het voorjaar van 1977, is hoogstens een voetnoot in het overzicht met steunbetuigingen voor Breytenbach in de Lage Landen (1975-1982).

Zoals bekend organiseerden verenigingen in Nederland, zoals Poetry International, Comité Breytenbach en Anti Apartheid Organisatie Nederland, ter gelegenheid van de veroordeling en hechtenis van Breytenbach artistieke benefietavonden en politieke protestmanifestaties. Eerder berichtte ik op basis van archiefmateriaal over activiteiten van Adriaan van Dis, zoals het radioprogramma BABEL (Katholieke Radio-omroep) en een literaire avond in Nijmegen (1979). In de stadsbibliotheek van het cultureel centrum De Lindenberg in Nijmegen had naar aanleiding van een literaire avond een tijdelijke expositie (18-25 april 1979) plaats met beeldend werk van Breytenbach. https://www.litnet.co.za/schijnwerper-op-breytenbach-steunactie-van-adriaan-van-dis-in-nijmegen-april-1979/ Naast literaire evenementen naar aanleiding van en bij wijze van steunbetuiging voor de gevangen Breytenbach vonden dus ook schilderkunstige exposities plaats. Aan het schilderwerk van Breytenbach, tentoongesteld in Nederland en Vlaanderen, is geringe aandacht besteed. Over de betrokkenheid van Galerie Espace in Amsterdam, in het bijzonder de inspanningen van het echtpaar Eva Bendien en Rutger Noordhoek Hegt, is natuurlijk voldoende gekend. Een initiatief dat in de Breytenbachstudie beduidend minder aandacht krijgt, is de samenwerking van Franse en Nederlandse galeriehouders. Breytenbach verbleef als Zuid-Afrikaanse balling sinds begin jaren zestig in Parijs, waar hij internationale artistieke contacten opbouwde. Dus ook met kunstgalerieën. Galerie La Derive heeft in februari 1977 in Parijs, twee jaar na de veroordeling, een tentoonstelling georganiseerd waaraan een internationaal gezelschap deelnam (Aznar, Belart, Boltanski, Brusse, Dado, Delfino, De Spirt, Gamarra, Gentilli e.a.). De Nederlandse schilders Corneille, Engelman en Lucebert exposeerden en ook van Breytenbach waren tekeningen en schilderijen te zien. Met de titel ‘Amitié à Breyten’ brachten naar verluidt vijfentwintig schilders een hommage aan de Zuid-Afrikaanse en Franse schilder/schrijver.  

De expositie was een maand later te bezichtigen in Rotterdam. Dankzij een aanvulling van Espace, eerst in Haarlem en dan in Amsterdam (Keizersgracht) galeriehouder van enkele oorspronkelijke Cobraschilders en contemporaine kunstenaars, waren bij die gelegenheid méér doeken te bezichtigen van Breytenbach. Martin Mooij, organisator van Poetry International, vermeldt in de enige recensie die ik over het evenement kon lezen, een bijdrage in Magazijn, dat er ook een boekenstand was “met [Breytenbachs] literaire werk en met andere uitgaven over Zuid-Afrika”. In De Doelen liep de tentoonstelling van 19 maart tot 18 april 1977. Dat was overigens de plaats waar Breytenbach sinds 1971 vrijwel jaarlijks optrad op uitnodiging van Poetry International. In zijn bespreking memoreert Mooij de publieke optredens van Breytenbach, zoals het door hemzelf georkestreerde “Protest in poëzie” (1972). In het archief is trouwens een typoscript bewaard met de door Van Dis vertaalde gedichten die Breytenbach tijdens deze editie van Poetry Internationaal, overigens met veel succes, op de bühne bracht.

In het Van Dis-archief is een exemplaar bewaard van de gedrukte uitnodiging voor ‘Amitié à Breyten’. Met een Breytenbach-tekening op het voorplat en op de versozijde een fragment uit het gedicht ‘Die beloofde land’ ontleend aan Breytenbachs literaire debuut in Nederland Skryt. Om ’n sinkende skip blou te verf (Meulenhoff, 1976; aanvankelijk verschenen als eerste deel van de Poetry International Serie in 1972), is aandacht gegenereerd voor het huldebetoon. Niet alleen was op dat ogenblik de dichtbundel heruitgegeven, ook in het fonds van Rob van Gennep verschenen vertaalde titels van Breytenbach (sinds de verhalenbundel De boom achter de maan, 1974). In de invitatie is expliciet sprake van de veroordeling tot een effectieve straf van negen jaar gevangenis: “Zijn schuld: vreedzaam verzet tegen het Zuidafrikaanse [sic] Apartheidssysteem”. De organisatoren namen het initiatief om ervoor te zorgen dat “‘het geval Breyten’ [niet] uit de belangstelling zou verdwijnen”. ‘Amitié à Breyten’ was een gebaar van vriendschap, met medewerking van kunstenaars in binnen- en buitenland. Naast La Derive en Espace participeerden Galerie Delta (Rotterdam) en Galerie T (Amsterdam). Op de uitnodiging wordt melding gemaakt van een inleidende tekst door Laurens van Krevelen, Meulenhoff-directeur die namens het Comité Breytenbach sprak (waarvan hij een van de initiatiefnemers was). 

De kunstuitstalling in De Doelen paste kortom in een strategie van de antiapartheidsbeweging, in het bijzonder het Comité, om internationaal aandacht te vragen voor de benarde situatie waarin Breytenbach zich in Zuid-Afrika bevond. Niet alleen protestmeetings en literaire bijeenkomsten, maar dus ook schilderij- en tekeningtentoonstellingen behoorden tot de activiteiten van het Comité Breytenbach. Het dubbelkunstenaarschap van Breytenbach is toen in De Doelen (maart-april 1977) voor het voetlicht gebracht. Ruim een week voor het afsluiten van de expo had in samenwerking met de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, waarvan Breytenbach lid was, een literaire avond plaats. Op 8 april traden op in expositiezaal: Rutger Kopland, Aad Nuis, H.C. ten Berge en Adriaan van Dis. Ten Berge en Kopland hadden zich al eerder uitgesproken over ‘het geval Breytenbach’, onder meer ter gelegenheid van de brochure aan breyten breytenbach (1975) die door het Comité Breytenbach, Poetry International en Rotterdamse Kunststichting op het getouw is gezet. Ten Berge is zoals bekend ook de auteur van het nawoord in de editie van Skryt. Om ’n sinkende skip blou te verf. In De Doelen, zo lees ik in een bewaard gebleven typoscript van de uitnodiging voor de literaire avondbijeenkomst, leidde Gerrit Borgers (conservator van het Letterkundig Museum) namens de Maatschappij en de Rotterdamse Kunststichting de sprekers in. Naast de schrijvers staat ook Annari van der Merwe (Zuid-Afrika) vermeld, beter bekend in Van Dis’ novelle Het beloofde land (1990) als Eva Landman. Mogelijk verwijst de titel van Adriaan van Dis’ tekst naar het werk van Breytenbach. Dat het een benefietavond betrof, lezen we onder de aankondiging. Giften konden worden gestort op het rekeningnummer van Aad Nuis, namens het Comité Breytenbach.

Mooij besluit zijn recensie met de uitspraak: “De tentoonstelling ‘Amitié [à] Breyten’ is een daad van vriendschap, een gelegenheid om je solidair met hem te voelen. Het is goed, dat deze expositie wordt gehouden in de Doelen, op de plaats waar zovelen Breyten hebben leren kennen als dichter en als mens. Alle goeds, Breyten!”.

Met dank aan Breyten Breytenbach, Daniel Hugo, Adriaan van Dis en het Literatuurmuseum (Den Haag).

  • 0

Reageer

Jou e-posadres sal nie gepubliseer word nie. Kommentaar is onderhewig aan moderering.


 

Top