Willem Anker is een van die Suid-Afrikaanse skrywers wat by die Week van de Afrikaanse Roman gaan optree. Hier is nog inligting oor die fees.
Hierdie boekbespreking van Buys word gepubliseer vir lesers wat reeds die boek gelees het. Die artikel mag sekere inligting bevat wat kinkels in die verhaal verklap.
Willem Anker
Buys
Amsterdam, Uitgeverij Podium, 2017, 512 blz
ISBN 978 90 5759 841 8
Nederlandse vertaling: Karina van Santen en Rob van der Veer
“Ik weet wat je wilt lezen. Ik weet wat ik je moet influisteren, wat je opgewonden maakt, want daar gaat mijn broek ook van spannen.” – Coenraad de Buys
Buys is een episch verhaal dat de lezer regelrecht katapulteert naar de eenentwintigste eeuw. Coenraad de Buys is tegelijkertijd dreamer, vluchteling, asielzoeker, man zonder papieren en smokkelaar. De roman van Willem Anker is in het Afrikaans uitgekomen in 2014 (Kwela Boeke) en heeft buitengewoon veel lof geoogst. Ik heb de zopas verschenen Nederlandse vertaling gelezen. Het lijvige boek intrigeert van de eerste tot de laatste bladzijde. Willem Anker werpt de lezer halsoverkop in een wrede strijd om grenzen, maar deze vergeet vlug waar en wanneer er wordt gestreden. De strijd doet zich overal voor en is van alle tijden. Hoe hij het doet weet ik niet, maar Willem Anker slaagt erin om de lotgevallen van Buys eigentijds te maken. Ik lees het boek, maar mijn gedachten dwalen af naar de vluchtelingen die nu, ruim twee eeuwen later, Fort Europa willen bereiken. Buys is een universeel verhaal. Het spreekt de lezer enorm aan omdat de gevoelens zo levensecht worden beschreven en vooral omdat het hoofdpersonage de verbeelding op hol jaagt.
In 1761 wordt Coenraad de Buys, afstammeling van de Hugenoten, geboren in De Lange Cloof. Hij is flink uit de kluiten gewassen. Op zijn dertiende is hij al een meter tachtig groot en hij is nog in volle groei. Hij hoedt het vee en speelt met Hottentot- en Bosjesmankinderen. Het best voelt hij zich op een paard en in open veld. In 1785 laat hij alles achter en trekt met zijn vrouw Maria en dochter Elizabeth, met een gezicht niet zo licht als dat van haar vader maar lichter dan dat van haar moeder, naar de oostgrens. Zij belanden in Zuurveld waar ze Brandwacht pachten. Terwijl in Parijs de Bastille wordt bestormd in naam van de vrijheid, is er aan de oostgrens niets dan vrijheid. In 1792 heeft Buys drie boerderijen, vier kinderen, een heel stel Hottentotten die voor hem werken, een massa vee en ook nog een Kafferprinses, Nombini, een meisje van amper zestien dat hij heeft afgepakt van de hoofdman van de meest krijgszuchtige stam aan de grens. Het geluk is van korte duur want een jaar later neemt de razende hoofdman al het vee van Buys af, brandt zijn boerderijen plat en veroordeelt hij de blanke reus tot een dolend bestaan in armoede. In 1795 nemen de “fukken” Engelsen het officieel bevel over van de godvergeten VOC. Buys wordt vogelvrij verklaard.

Nederlands zendeling Johannes Theodorus van der Kemp (1747-1811) wordt omschreven als keikop, mafkees, pierewaaier, vogelverschrikker, vriend van Buys, en “dat ventje dat een beschaver in donker Afrika wilde worden, maar zichzelf onderkotste toen het hem begon te dagen” (foto Herman Meulemans, Oliewenhuis Art Museum, Bloemfontein, 2014)
Zwalpend tussen de Kolonie- en de Kafferkant van de Visrivier, verliest Buys alle vaste grond onder zijn voeten. Zijn wisselende verbintenissen worden steeds gevaarlijker. Hij wordt steeds meer door beide groepen gewantrouwd. De laatste dag van 1800 maakt Buys zich uit de voeten uit Kafferland en trekt met een helse omweg terug naar de Kolonie, maar de Engelsen willen hem daar niet. In het grensgebied vreten de Christenen, Hollanders, Duitsers, Fransen, Kaffers, Bengalezen, Hottentotten en Bosjesmannen elkaar op. In 1803 nemen de Bataven de macht op de Caab over. Buys had zich ondertussen gevestigd in D’Opkomst, een grensboerderij in de Couga, samen met een derde vrouw, Elizabeth, geboren in 1782 in het land van de Makina, achter de Tamboekies.
Op een bijeenkomst van plaatselijke boeren ontmoet Buys Dokter Lichtenstein, die een Duits accent heeft. Of deze legerarts van de Kolonie nu gedreven wordt door anatomische of seksuele interesse, is niet zo duidelijk, maar wat vaststaat is dat hij zeer intiem is met Buys. In een boek dat de arts in 1811 uitgeeft, komt de meest overgebleven beschrijving voor van Buys’ imposante uiterlijk maar ook van zijn innerlijk, zijn zachtzinnigheid en vriendelijkheid. “Zo stelt men zich graag de helden uit de oudheid voor, een levend beeld van Hercules, een verschrikking voor zijn vijanden en een steunpilaar voor zijn eigen mensen,” zo schrijft Lichtenstein over Buys. In 1806 overrompelen de Engelsen de Bataven. De grens, die zijn mensen niet kunnen zien want het is alleen maar een rivier vol modder, wordt voor Buys de pijnlijkste obsessie. Met zijn donkere vrouwen en halfbloedjes trekt hij verder en steekt de rivier de Gariep over, die Christenen de Oranje beginnen te noemen, de wildernis, duisternis en ledigheid tegemoet. Hij is de vijftig al voorbij.
1815 is het laatste van de vette jaren van de vagebond, minnaar, jager op olifanten, dief, moordenaar, revolutionair, outlaw, ooit door een ambtenaar omschreven als “A very Distinguished Character among the Disaffected on the frontiers”. Hij takelt zienderogen af en mijmert over zijn gelukkige tijd in De Lange Cloof, Graaffe Rijnet, Kafferland en de Couga. Voor alle drie zijn vrouwen heeft hij duur betaald. Voor Maria heeft hij zijn blanke familie opgegeven. Voor Nombini heeft hij Maria opgegeven. Voor Elizabeth heeft hij zijn kinderen opgegeven. Zijn ontelbaar zaad heeft hij gestort op plekken die hij niet allemaal kent. Naar het schijnt heeft hij meer dan driehonderd kinderen gekregen, meer dan drieduizend kleinkinderen. Hij trekt verder naar het onherbergzame noordoosten, de Limpopo over, kwetsbaar en met verkrampte ledematen; het gerucht doet de ronde dat hij dood is. In het Portugese dorp Inhambane hoopt hij samen met het Buysvolk de Tuin van Eden te vinden. Zijn dochter Bettie en Jan zijn al teruggekeerd naar de Kolonie. Eenzaam trekt Buys verder. Hij berijdt zijn laatste paard. Na elke einder doemt een andere op, Inhambane kan niet ver wezen.
Coenraad Buys, aangrijpende cowboysong van Rian Malan
Het bewogen pad dat Buys aflegt situeert zich tijdens de eerste vijf Grensoorlogen (1779-1819). Willem Anker beschrijft dit pad tot in het kleinste detail, zodat zijn boek veel weg heeft van een historische roman. Maar het boek is veel meer dan een historische roman. Het is de weergaloze evocatie van de gevoelens van een vrijheidsstrijder in een verscheurd land, waarin iedereen vecht om te overleven. In de originele, Afrikaanse editie heeft het boek ook een ondertitel: ’n Grensroman. In de Nederlandse editie is deze ondertitel weggelaten, maar wie begint met lezen beseft onmiddellijk dat alles draait om grenzen. Grenzen die vreemdelingen maken van mensen. Het gaat over grenzen als abstract gegeven, maar nog meer over concrete grensgebieden, grensboeren, grensboerderijen, Koloniegrenzen, kanten van grenzen, grensschurken, zelfs grenzen van een huis. Alles draait om grensconflicten en de beweegredenen om grenzen te overschrijden.
De stijl van het boek is erg muzikaal. Luidruchtig geweld, zoals de afslachting van het Bosjesmannenkamp, maar ook het hondengevecht, wordt afgewisseld met rustige beschrijvingen en vaak worden deze beschrijvingen erg poëtisch en nemen zij bijna de vorm aan van stillevens, zoals de beschrijving van de zwaluwmensen, de aronskelken, en fenomenaal: de laatste kaart, wanneer de uitgebluste Buys de hoekjes van een kaart enkele keren naar binnen plooit en na Swellendam, de gehele Kolonie, Afrika in zijn geheel, Afrika samen met Europa en tenslotte de aardbol tevoorschijn komen. Het beeld dat hierachter schuilgaat schiet onze tijdcapsule abrupt back to the future, in het hart van de migrantencrisis wereldwijd. Willem Anker slaagt er ook in om de aandacht van de lezer regelmatig op te krikken door vrij expliciete beschrijvingen in te lassen van de seksuele omgang van Buys met zijn vrouwen en bijvrouwen maar ook van zijn tomeloze geslachtsdrift in het algemeen.
De loepzuivere vertaling van Karina van Santen en Rob van der Veer maakt van Buys een episch verhaal waartoe de (Zuid-)Nederlandse lezer zich sterk aangetrokken zal voelen. Op één moment ben ik geschrokken, en dat was wanneer ik de zin van 259 woorden las op blz. 97. Maar van een van de twee vertalers weet ik dat hij dat wel meer doet (en ik denk bijvoorbeeld aan zijn meeslepende vertaling van Karel Schoemans Drieluik). De ongelooflijk rijke woordenschat, het gebruik van verrassende synoniemen, de tonaliteit van de zinnen, de evocatie van zowel geweld als teergevoeligheid, gerealiseerd door het vertalers duo, maken van de Nederlandse vertaling van Buys een boek dat druk zal worden besproken tijdens de Week van de Afrikaanse Roman en nog lang daarna.
Bijkomende informatie
Willem Anker, ATKV/LitNet-Skrywersalbum, Erika Terblanche
https://www.litnet.co.za/willem-anker-1979/
Boekbekendstelling: Buys deur Willem Anker, Franci Vosloo
https://www.litnet.co.za/boekbekendstelling-buys-deur-willem-anker/
LitNet Akademies-resensie-essay: Buys deur Willem Anker, Henning Snyman
https://www.litnet.co.za/litnet-akademies-resensie-essay-buys-deur-willem-anker/
Tien vrae: Willem Anker oor Buys, Willem Anker en Naomi Meyer