Onstuimig knetteren Nederlandse letteren onder het Zuiderkruis

  • 0

De taalverwantschap tussen Afrikaans en Nederlands draagt er aanzienlijk toe bij dat de Nederlandstalige literatuur goed vertegenwoordigd is in Zuid-Afrika. Niet alleen kent de literatuur van de Lage Landen verspreiding door bemiddeling van vertalingen en commerciële boekuitgaven, ook de academische aandacht voor de Nederlandstalige literatuur kreeg onlangs een nieuwe impuls.

Een kwarteeuw na de afschaffing van apartheid knetteren de Vlaamse en Nederlandse letteren als nooit tevoren in de zuidpunt van Afrika. Kunstenfestivals nodigen schrijvers en theatermakers uit, literair werk wordt in het Afrikaans vertaald, er is belangstelling voor de literatuurgeschiedenis van de Lage Landen.

Verbintenis en venster

Enkele maanden geleden verscheen in het fonds van uitgeverij Van Schaik een uitgebreid panorama van de Nederlandstalige literatuur, Verbintenis en venster. Die Nederlandstalige letterkunde van aanvang tot hede (H.P. van Coller, red.). In een eerste deel van meer dan vierhonderd pagina’s, geschreven door Hennie van Coller, wordt een overzicht geboden van literaire ontwikkelingen en sociaal-politieke en culturele contexten in de Lage Landen van de Middeleeuwen tot vandaag.

Vele jaren na een vorig literatuuroverzicht - misschien verwijst Van Coller naar S.  Strydom & H. Ohlhoff, Van Middeleeue tot Goue Eeu (Pretoria: Van Schaik 1976) - wordt de Zuid-Afrikaanse lezer een verhaal aangereikt waarin de literatuurgeschiedenis op coherente wijze, in een maatschappelijk-historisch perspectief, wordt geconstrueerd.

Ook hedendaagse tendensen in de literatuur komen aan bod: dit is een belangrijke aanvulling op de inmiddels gedateerde publicatie die voorhanden zijn. Deel 2 presenteert in totaal vijfenveertig lemma’s over schrijvers, van Kader Abdolah tot Joost Zwagerman. De profielen introduceren Nederlandse en Vlaamse schrijvers, in zoverre de auteursnamen niet al eerder bekendheid verwierven in Zuid-Afrika.

Werk van Hugo Claus, Herman de Coninck, Anna Enquist, Luuk Gruwez, Rutger Kopland, Leonard Nolens en Adriaan van Dis is vertaald in het Afrikaans. Zij namen deel aan schrijverstournees in Zuid-Afrika. Canonieke figuren, onder wie Gerrit Achterberg, Ferdinand Bordewijk, Multatuli, Paul van Ostaijen en M. Vasalis, kwamen met teksten voor in schoolhandboeken.

Dat is vandaag echter niet langer het geval. Aan de universiteiten wordt hun werk wel nog gelezen en bestudeerd. Minder bekende namen, ook van hedendaagse dichters met intussen een aantal titels op hun conto, staan dan weer niet in het deel met de profielen. Hafid Bouazza en Ramsey Nasr, geboren begin jaren zeventig, zijn de jongste schrijvers met een profiel. De verzameling is mannelijk, de Nederlandstalige literatuur sinds Multatuli, Buysse en Couperus een herenclub. Maar klopt dit wel? Neen, helemaal niet.

Op vijf vrouwelijke auteurs na, met name Anna Enquist, Eva Gerlach, Hella Haasse, Charlotte Mutsaers en M. Vasalis, zijn dit veertig mannen. Vrouwelijke auteurs, onder wie Anneke Brassinga, Christine D’haen, Ida Gerhardt, Fritzi Harmsen van Beek, Judith Herzberg, Kristien Hemmerechts, Patricia de Martelaere, Elma van Haren en bijvoorbeeld Hanna Bervoets, Saskia de Coster en Annelies Verbeke, verdienen een plek in een dergelijk literair-historisch overzicht (tot heden) met auteursprofielen.

En van de in het Afrikaans vertaalde schrijvers Peter Holvoet-Hanssen, Bart Moeyaert en Dimitri Verhulst mis ik een spoor indien het over verbintenissen tussen Afrikaans en Nederlands gaat. Het spreekt voor zich dat andere keuzes kunnen worden gemaakt. Eerder is al opgemerkt dat Gerrit Komrij de grote afwezige is, vooral gezien de vele connecties met de Afrikaanse literatuur (als vertaler, bloemlezer, cultureel bemiddelaar tussen Zuid-Afrika en Nederland).

Nieuwe perspectieven

De tweedelige publicatie, samen méér dan duizend bladzijden, heeft als doelstelling “die Afrikaanse student en dosent van die Nederlandstalige letterkunde en geïnteresseerde leek” te bedienen. Hier en daar worden raakvlakken tussen beide literaturen, de Afrikaanse en Nederlandstalige literaire productie, geduid.

Het is na deze uitgave van belang een nieuw literatuur-historisch project te initiëren, waarbij interacties, interculturele dialogen of cultuurtransmissies tussen de literaturen in het Afrikaans, Nederland en Vlaanderen worden bestudeerd. Wie belangstelling heeft voor de talrijke cultuurtransfers tussen het Afrikaans en het Nederlands, in beide richtingen, blijft na lectuur van Verbintenis en venster op zijn honger.

Hoewel wordt vermeld dat de verbintenissen tussen Afrikaans en Nederlands aan bod komen, is dit toch vooral een Nederlandse literatuurgeschiedenis in het Afrikaans voor een Zuid-Afrikaans publiek van academici en studenten. Er is nu een studie nodig die vanuit transnationaal of tweetalig oogpunt de literaire verbintenissen in kaart brengt.

Hoe dan ook, allleen al het gegeven dat een dergelijk naslagwerk kan verschijnen in Zuid-Afrika toont aan hoeveel belangstelling bestaat voor de literatuur van het Nederlands aan de andere kant van de wereld.

Schrijvers te gast

Naast deze academische uitgave, hoe dan ook een huzarenstuk en belangrijk voor de hedendaagse beeldvorming van onze literatuur in het Afrikaanse taalgebied, zijn er de vele schrijversoptredens en literaire vertalingen. Een lukrake greep van de afgelopen tijd. Tijdens het Vrystaatse Kunstefees in Bloemfontein traden begin juli Saskia de Coster, Annelies Verbeke en Wytske Versteeg op.

Van Benno Barnard is Het trouwservies vertaald, aangevuld met het openingsgedicht van Krijg nou de lyriek. Dezelfde vertaler, Daniel Hugo, heeft intussen voor dezelfde uitgeverij Naledi Het zingen van de wereld van Marc Tritsmans in het Afrikaans vertaald en momenteel legt hij de laatste hand aan Het verdriet van België van Hugo Claus. Een tour de force, zonder meer. Vooral omdat Hugo vertaalt uit het Nederlands en niet The Sorrow of Belgium als brontekst hanteert.

Tritsmans treedt volgend jaar op tijdens het Klein Karoo Nasionale Kunstefees in Oudtshoorn, Barnard is uitgenodigd voor Woordfees in Stellenbosch. De Afrikaanse editie van Het verdriet van België, uitgegeven door Protea Boekhuis, zal aanleiding geven tot ruime belangstelling. Met de Vlaamse regeringsvertegenwoordiger in Pretoria zal worden bekeken hoe de vertaling in beeld wordt gebracht tijdens een colloquium, op literaire festivals.

De reeks met Nederlandse en Vlaamse schrijvers die de afgelopen jaren in Zuid-Afrika op de bühne plaatsnamen, is ondertussen imposant te noemen. Aan universiteiten, in colleges verzorgd door collega’s van departementen Afrikaans en Nederlands, komen teksten uit de Nederlandse literatuur aan bod.

Schrijvers, onder wie binnenkort de gelauwerde debutante Radna Fabias, worden uitgenodigd om voor Afrikaanse studenten te spreken. Er zijn ook plannen: bijvoorbeeld voor een bloemlezing uit de poëzie van Paul Snoek in het Afrikaans. Met Nachoem Wijnberg en uitgeverij Naledi wordt bekeken of een poëzieselectie in het Afrikaans beschikbaar kan worden gesteld. Of Vlaamse schrijvers die in Somerset-Oos op uitnodiging van de Jakes Gerwel Stichting een project uitvoeren samen met Zuid-Afrikaanse literatoren.

De Nederlandse letteren knetteren al veel langer dan vandaag in Zuid-Afrika, nu méér dan ooit tevoren. Dankzij vertalingen, onder andere door Zandra Bezuidenhout (Enquist en Wieringa), Daniel Hugo (méér dan vijftig titels!), Fanie Olivier (Van Steenberge en Pfeijffer), Heilna du Plooy (Van Toorn), Antjie Krog (Van Woerden en Lanoye) en Lina Spies (Grunberg), en uitnodigingen voor schrijversoptredens zijn Nederlandse en Vlaamse dichters en romanschrijvers al lang geen onbekenden meer hier te lande.

Niet alleen toneelteksten, romans en poëzie van de Vlaamse usual suspect Tom Lanoye (recent verscheen Koningin Lear, in een vertaling van Antjie Krog), ook werk van Stefan Hertmans, Els Moors, Leonard Nolens, Herman de Coninck en bijvoorbeeld Peter Verhelst is relatief bekend in Zuid-Afrika.

Over de receptie van de literaire productie, hoe Zuid-Afrikaanse lezers teksten van Nederlanders en Vlamingen lezen in een bepaald cultureel en literair referentiekader, is ondertussen een interessante studie te maken. Na Verbintenis en venster, met lemma’s die op een manier ook in het Kritisch Literatuur Lexicon voorkomen, is dit pas echt een nieuwe uitdaging.

  • 0

Reageer

Jou e-posadres sal nie gepubliseer word nie. Kommentaar is onderhewig aan moderering.


 

Top