Het einde van een tijdperk – drie prominente docenten aan de Universiteit Leiden nemen afscheid

  • 0

Op vrijdag 6 september 2013 namen drie prominente docenten van de opleiding Nederlands aan de Universiteit Leiden afscheid. Eep Francken, Ton Harmsen en Peter van Zonneveld floreerden nog één keer in vol ornaat voor de sectie Letterkunde. Onder de veelzeggende dichtregel van J.C. Bloem 'Voorbij, voorbij, o en voorgoed voorbij' hielden ze hun afscheidscolleges in de grote zaal 011 van het Lipsius-gebouw.

Ze gaven hun afscheidscollege precies op de terreinen waarmee de drie elk hun specialiteit hadden verworven. De Afrikaanse letterkunde (Eep Francken), zeventiende eeuwse poëzie en toneel (Ton Harmsen), en de negentiende eeuw in combinatie met de Nederlands-Indische letterkunde (Peter van Zonneveld).

Sinds 1976
Peter van Zonneveld is al sinds 1976 aan de opleiding verbonden. Hij geldt als degene die het langste werkt in Leiden, gevolgd door Eep Francken die een jaar later in 1977 een aanstelling kreeg. Ton Harmsen ten slotte volgde weer een jaar later in 1978.

Ze hebben alle drie op hun eigen terrein veel studenten opgeleid en promovendi begeleid. Het afscheid van de drie docenten is een flinke aderlating in het aantal medewerkers aan de opleiding, vertelde Wim van Anrooij in zijn openingstoespraak als voorzitter van de opleiding Nederlands aan de Universiteit Leiden. Gelukkig zijn er nieuwe mensen aangetrokken. Daarnaast bleek gedurende de rest van de middag dat de drie nog op één of andere manier betrokken zullen blijven bij de opleiding Nederlands in Leiden.

Laten liggen
Eep Francken beet het spits af met het eerste afscheidscollege. Hij vertelde inspirerend over wat Ton Anbeek had laten liggen. De emeritus Leidse hoogleraar Ton Anbeek schreef in 1990 een literatuurgeschiedenis met als rode draad de normverandering. Daarmee liet hij veel interessante literatuur liggen, zoals de koloniale en post-koloniale literatuur. Dat moet in de colleges aan de orde komen, stelde de emeritus hoogleraar. 'Hij liet dit liggen en bood ons zo de kans hier college over te geven', aldus Eep Francken.

Dat Ton Anbeek veel interessante dingen liet liggen, demonstreerde de docent moderne letterkunde vervolgens in zijn inspirerende betoog. Hij verhandelde aan de hand van een gedicht van Ronelda S. Kamfer (geb. 1981) over de komst van Jan van Riebeeck in de Kaap de Goede Hoop. Het gedicht is het welkomstwoord van Jan van Riebeeck aan Autshumao. Omdat zijn naam te moeilijk is om uit te spreken voor de Nederlanders noemen zij hem Herrie.

Kapitein Rob in Zuid-Afrika
Het bracht Eep Francken bij zijn jeugdheld Kapitein Rob, waarvan het vierentwintigste deel wel het hoogtepunt was: Jan van Riebeeck in Zuid-Afrika. Francken toonde een afbeelding uit het boek waarbij de Khoikhoi als Zulu's staan afgebeeld. Een vergissing van de tekenaar. De visie van het boekje was overwegend positief over het koloniale verleden van Nederland, stelde Eep Francken. De Khoikhoi worden bijvoorbeeld met een 'overdreven vaderlijkheid' beschreven.

Eep Francken ging verder met zijn onderzoek naar de komst van Jan van Riebeeck in Zuid-Afrika. De visie van Jan van Riebeeck is eveneens bewaard gebleven in zijn journaals voor de VOC. 'Het waren ambtelijke stukken, bedoeld voor het bestuur van de VOC. Dat zijn ook grote delen, maar Van Riebeeck stapt soms heel overtuigd over de drieënhalve eeuw heen. Het is dan zelfs heel spannend.' Eep Francken nam zijn publiek mee naar de tijd rond 1652, waarin de Nederlanders contact legden met de bewoners van Zuid-Afrika.

Superafhankelijk
Daarbij tekende hij aan dat Van Riebeeck ook superafhankelijk was van de Khoikhoi. 'Je leest in het dagboek dat hij voortdurend aanpapt met de Khoikhoi.' Van Riebeeck is zich er weldegelijk bewust van dat hij met zijn tachtig soldaten weinig kan uitrichten tegen duizenden Khoikhoi. ‘Al hadden ze vuurwapens, ze zouden in zee worden gedreven’, aldus Eep Francken.

Bij het lezen van de journaals moest de Leidse docent moderne letterkunde regelmatig aan de twintigste-eeuwse Nederlandse literatuur denken. 'Die Herrie is gewoon een figuur uit Elsschot, een Boorman die alleen maar uit is op zijn eigenbelang.' Daarbij maakt Eep Francken gelijk de kanttekening dat dit natuurlijk ook voor Jan van Riebeeck gold. In het verslag van Van Riebeeck spreekt Herrie: 'Jullie pikken steeds de beste grond in.' En daar heeft hij natuurlijk niet helemaal ongelijk in.

Ton Harmsen

Renaissancetoneel
De kenner van de renaissanceliteratuur en in het bijzonder het toneel, Ton Harmsen, gaf als tweede vertrekkend docent zijn afscheidscollege. Hij deed dat traditiegetrouw met een mooie anekdote voordat hij begon. 'Ik stak vanmorgen in Rotterdam de straat over en ik keek voor mijn doen uit, maar werd bijna van de sokken gereden. De jongen die mij bijna aanreed riep me na: 'levensmoe opa?'' Om de anekdote nog mooier af te sluiten. 'Het is mij een genoegen bij mijn eigen uitvaart te mogen spreken.'

De literatuur van de renaissance is alleen goed te begrijpen met een goede kennis van de klassieke retorica. In een zorgvuldig opgebouwd betoog demonstreerde Ton Harmsen dat deze opvatting van zijn leermeester Sonja Witstein enorm veel hout snijdt. Sonja Witstein kreeg in de colleges van Ton Harmsen bijzonder veel aandacht. Terecht ook, zo liet Ton Harmsen opnieuw zien aan funeraire poëzie van Vondel en Huygens.

Creatief toepassen regels
Daarna vertelde Harmsen hoe hij vanuit de opvatting van zijn leermeester het toneel onderzocht. Hier vond hij soortgelijke constateringen, maar hij ontdekte ook dat juist het creatief toepassen van de 'regels' zorgde voor het mooie toneel. Hij liet zien dat de Franse voorbeelden in Nederland vaak veel te strak zijn doorgevoerd. Het toneelstuk De listige vryster is een vertaling vanuit het Frans, maar de humor en zinspelingen vallen weg door het veel te nauwkeurig volgen van de regels. Volgens Harmsen is dit geen uitzondering.

De passie voortkomend uit liefde voor het toneel waarop Ton Harmsen zich de laatste 15 jaar heeft toegelegd, is het project Ceneton. Dit is een indrukwekkende database met de gegevens van bijna 12.000 toneelstukken tot 1803. Daarnaast is een gedeelte van deze toneelstukken ook uitgegeven als tekst en als facsimile. Met deze enorme verzameling maakt Ton Harmsen toneelstukken toegankelijk voor onderzoek in Nederland maar ook daarbuiten.

Peter van Zonneveld

Negentiende eeuw én Nederlands-Indische literatuur
De laatste spreker Peter van Zonneveld heeft de negentiende eeuwse én de Nederlands-Indische literatuur op de kaart gezet in Leiden. Hij opende met een parodie op wat Kneppelhout in de Camera Obscura beweert: 'Onbegrijpelijk veel menschen hebben familiebetrekkingen, vrienden of kennissen te Amsterdam.' Voor Van Zonneveld is dat: 'Onbegrijpelijk veel menschen hebben familiebetrekkingen, vrienden of kennissen te Indië.'

Volgens de vertrekkende docent moderne letterkunde van de negentiende eeuw komt dit door de eeuwenlange relatie met Indië. Daarnaast heeft ook iedereen een andere relatie met Indië, waardoor 'iedereen het van harte met elkaar oneens is over Indië.' Zo kwam Van Zonneveld ook tot een college over de zonen van bekende schrijvers, die in Indië hebben gewoond. Naast een zoon van Vondel, woonde ook een onecht kind van de Duitse filosoof Hegel in Indië.

Schrijverszonen naar Indië
In veel gevallen stuurt de familie het zwarte schaap of probleemgeval van de familie naar Indië. Maar is dat niet altijd het geval, zo bewees Van Zonneveld in zijn boeiende college.

Vervolgens schetste hij de verhalen van de vele schrijverszonen die naar Indië vertrokken. Niet allemaal even vrij van onbesproken gedrag, maar ze leverden vrijwel allemaal een mooi verhaal op, boordevol anekdotes. Zo vertrokken de volgende schrijverszonen naar Indië: Daniël François van Alphen (zoon van Hieronymus van Alphen), Koos en Louis Tollens (zonen van Hendrik Tollens), Christiaan en Willem van Lennep (zonen van Jacob van Lennep), Dirk Beets (zoon van Nicolaas Beets) en Julius Willem Bilderdijk (zoon van Willem Bilderdijk).

Het zwarte schaap Koos Tollens verbraste al het geld dat hij meekreeg in zes weken tijd op de rede van Batavia. Hij moest uiteindelijk uit de gevangenis worden gehaald door zijn broer Louis. Berooid keerde hij terug naar Nederland om op 38-jarige leeftijd in een krankzinnigengesticht te sterven.

Julius Willem Bilderdijk
Het meest ontroerende verhaal dat Peter van Zonneveld vertelde, was het verhaal van de zoon van Willem Bilderdijk, kind uit het tweede huwelijk van de dichter. Julius Willem vertrekt op een marineschip naar de oost en overlijdt onderweg. De ouders zijn ontroostbaar. Peter van Zonneveld las de ontroerende passages voor uit brieven van Willem Bilderdijk. Eerst over de doodstijding, gevolgd door de aankomst van de kist met goederen van Willem. Veel dingen zijn kapot of bedorven. De kakkerlakken hebben de rest opgevreten. Slechts enkele dingen zijn over.

Al dit leed verwerkten Willem Bilderdijk en zijn vrouw Katharina Wilhelmina Bilderdijk-Schweickhardt in een prachtige bundel met funeraire poëzie. Peter van Zonneveld kon het niet nalaten de mooie beeldspraak vol met vergelijkingen van Katharina Wilhelmina Bilderdijk te citeren. Ook verklapte hij dat hij samen met Rick Honings zojuist de biografie van Bilderdijk, De gefnuikte arend, heeft voltooid. Daarmee ligt een levenswerk bij de drukker, waarvan de titel zo’n dertig jaar rondzingt bij de opleiding Nederlands in Leiden.

Lofredes
Het toetje na al deze rijke afscheidscolleges waren de lofredes die oud-studenten en promovendi hielden op de drie pensioengerechtigde docenten. Het begon met Rick Honings die Peter van Zonneveld voor het eerst meemaakte in 2002 waarbij de docent diepe indruk maakte met zijn inleiding in de negentiende eeuw. De literaire wandelingen voor eerstejaars zijn een fenomeen, met het verhaal over Karel van het Reve die op een winterdag het Rapenburg inglijdt met zijn auto en door een Leidenaar wordt toegeroepen: ‘Kom uit dat water lul’.

De cadeaus die de collega's van de opleiding Nederlands aan Peter van Zonneveld aanboden, logen er niet om. Een hand van Bilderdijk, prenten van de Leidse maskerade en Verhuell. Bij de laatste versprak lofredenaar Rick Honings zich erg vermakelijk, want hij zei dat Bilderdijk (in plaats van Peter van Zonneveld) zich in deze prent herkende. Een verspreking die wijst op de grote belezenheid en passie van Peter van Zonneveld voor Willem Bilderdijk. Ten slotte werd een prachtige feestbundel overhandigd met bijdragen van veel Leidse neerlandici. Ze schreven allemaal een biografische schets over de ellendige levens van negentiende-eeuwse schrijvers.

Verscheurde boeken
Olga van Marion prees haar leermeester Ton Harmsen en presenteerde mooie cadeaus. Ze verontschuldigde zich vooraf voor de prenten die ze aan hem gaf. 'Ze zijn uit boeken gescheurd.' Een doodszonde volgens de vertrekkende docent, maar ze maakte het goed met de overhandiging van een Liber Amicorum met bijdragen van leden van de opleiding en anderen. Het resultaat was een prachtig boek verluchtigd met prenten en fraaie gedichten. Allemaal ter ere van Ton Harmsen.

Olf Praamstra sprak zijn collega Eep Francken toe. Hij vertelde over de voorliefde van Eep Francken voor de Afrikaanse letterkunde. Ze delen die liefde en hebben samen veel boeken uitgegeven over de letterkunde uit Zuid-Afrika. Olf Praamstra liet een prachtige bundel Zo ver & Zo dichtbij met bijdragen zien, waaraan niet alleen Leidse en andere Nederlandse letterkundigen een bijdrage hebben geleverd, maar ook Zuid-Afrikaanse collega's als Etienne van Heerden, Chris van der Merwe en Wium van Zyl.

Uit de cadeaus die de collega's van de vakgroep aan Eep Francken gaven, viel de prent van de Hottentotbruiloft wel het meest in het oog. In het dankwoord citeerde Eep Francken nog uit een gedicht van Harry Scholten en bedankte iedereen die aan deze mooie afscheidsbundel heeft bijgedragen. Hij was er diep van onder de indruk.

Wat de toekomst van de opleiding Nederlands in Leiden betreft sprak hij de wens uit: 'Op naar het jubeljaar in 2097. Dat het weer een mooi jubeljaar mag worden.' Dat zou betekenen dat de opleiding Nederlands in Leiden 300 jaar bestaat. Een optimistischere wens bestaat niet.

'Ik heb de band lek'
De organisatoren Olga van Marion en Rick Honings gaven ten slotte de studenten het laatste woord. In een origineel hoorspel, boordevol kwinkslagen en melige grappen, staken ze letterlijk de draak met de drie docenten en de hele opleiding. Gevleugelde uitdrukkingen zoals 'Ik heb de band lek', die onderdeel zijn gaan uitmaken van het corpus neerlandicorum in Leiden, passeerden de revue.

De hoofdfiguren van het hoorspel Tjung Harmsen, Eep Franco en Pienter Peter de Tibet-weter zorgden voor een luchtig uiteinde van een middag colleges zoals het scheidende drietal meer dan dertig jaar in Leiden gaf. Dat is: Voorbij, voorbij, o en voorgoed voorbij...

Meer lezen
Meer over de betrekkingen tussen Leiden en Zuid-Afrika: http://www.let.leidenuniv.nl/Dutch/ZuidAfrikaLeiden.html

Het project Ceneton is te vinden op:
http://www.let.leidenuniv.nl/Dutch/Ceneton/

In oktober verschijnt de langverwachte biografie over Bilderdijk: De gefnuikte arend. Samen met Rick Honings schreef Peter van Zonneveld dit boek. Het boek verschijnt bij Uitgeverij Bert Bakker.

De afscheidsbundels:
Zo ver & Zo dichtbij, Literaire betrekkingen tussen Nederland en Zuid-Afrika. Onder redactie van  Peter Liebregts, Olf Praamstra en Wium van Zyl. 13e deel in de SAI-reeks. Uitgave van het Zuid-Afrika Huis te Amsterdam. ISBN: 9789074112000 Prijs: € 24,50. Te bestellen via Suid-Afrikaanse Instituut, Amsterdam, mail: info@zuidafrikahuis.nl. De prijs is exclusief verzendkosten en administratiekosten.

Ellendige levens, Nederlandse schrijvers in de negentiende eeuw. Onder redactie van Rick Honings en Olf Praamstra. Hilversum: Uitgeverij Verloren. ISBN: 9789087043742. Prijs: € 25,-.

  • 0

Reageer

Jou e-posadres sal nie gepubliseer word nie. Kommentaar is onderhewig aan moderering.


 

Top